Vanuit stichting Reclame Maken Voor Jezelf - en ook al voordat de stichting een stichting was werken we een aantal jaren achter elkaar met de jongeren in de instelling in Veenhuizen. Omdat we na de eerste ronde workshops meteen al het vertrouwen krijgen van de coördinatoren in de instelling, mogen we onze workshops zonder begeleiders geven. Dus zonder 'ogen' van medewerkers van de instelling.
Dat is extra spannend. De groep jongeren weet natuurlijk dat wij aan hen 'overgeleverd' zijn. Dus ze proberen ons nog wat extra uit. Laten lastig en soms ook moeilijk te begrijpen gedrag zien. Werken in eerste instantie alleen maar tegen. Maar omdat wij steeds maar niet de strijd met hen aangaan en accepteren wat er in het moment gebeurt, doorstaan we dat vrij moeiteloos. Wat overigens niet wil zeggen dat het altijd even makkelijk is. Sommige jongeren zijn heel toegankelijk en benaderbaar. Andere staan in eerste instantie helemaal niet open. En juist voor die laatste is het zo belangrijk en goed om onze workshops te doen. Om iets van zelfinzicht te krijgen. Een beeld van hun talenten, capaciteiten en hun goede eigenschappen. Steeds weer zien we op een gegeven moment de sfeer de goede kant op kantelen. En dan gebeuren er wondertjes. Jongeren openen zich. Nemen ons mee in hun avonturen, hun leven, hun ellende soms ook. Vertellen waar ze vandaan komen, hoe de relatie met hun moeder, hun vader, hun broers, zusjes, half- en stiefzussen en -broers is. Dat zijn eigenlijk altijd verhalen van gebroken gezinnen, alcohol-, drugs- en sociaal-maatschappelijke problemen van ouders. Soms al generaties lang. Het gaat over armoede, over schulden, over niet los kunnen komen van de gewoontes en verwachtingen in families en gezinnen. Het gaat vooral ook over niet gezien worden. Door ouders, door school, door maatschappelijke instanties. Onbegrip vaak en soms ook onwil. Maar hoe triest en deprimerend de verhalen ook zijn, we lachen ook wat af. Op het moment dat er moppen getapt worden of grappen over en met ons gemaakt worden, kan het niet meer stuk. Dan is de sfeer zo goed dat bijna alles kan. Dan ontstaat er bijvoorbeeld ruimte om het eens over kernwaarden te hebben. Wat dat zijn en waarom die zo belangrijk zijn in je leven. De meest jongeren begrijpen dat heel goed en herkennen het ook. Ook in de wereld van criminaliteit zijn er natuurlijk hele sterke waarden. 'Snitchen' (verklikken) is een doodzonde. En dus een hele sterke waarde. Net als broederschap. Eerlijkheid richting je vrienden. De gesprekken daarover zijn onvergetelijk. Zo zie ik een jongere op een gegeven moment de kernwaarde 'zorgzaam' opschrijven. Gefascineerd vraag ik hem waarom hij juist die waarde benoemt. En dan vertelt hij het verhaal achter de overval die hij ooit pleegde. De details kan ik hier niet noemen, maar het kwam er op neer dat hij al veel te jong voor zijn zusje moest zorgen. Alleen. Zonder ook maar iets van hulp of financiële ondersteuning. Tja...
0 Opmerkingen
De workshops in de jeugdinrichting krijgen na een tijdje bekendheid in justitiekringen. Zo krijgen we een uitnodiging van een andere jeugdinrichting in het Noorden van het land. In Veenhuizen, dat al decennialang de locatie is voor een aantal gevangenissen. Middenin de prachtige natuur staan daar hoge hekken met prikkeldraad, imposante stalen deuren, hoog geplaatste camera's en enorme parkeerplaats met daarvoor een slagboom en een waar doolhof aan hekken.
De eerste keer dat we daar onze workshops komen geven, doen we dat op de groep. De jongeren die er verblijven zijn onderverdeeld in groepen. Elk van die groepen heeft een afdeling met kamers (dat zijn eigenlijk de cellen, maar dat woord wordt niet gebruikt) en een gezamenlijke huiskamer. Daar eten de jongeren samen, er staat een tv-met Playstation, er zijn bordspellen en er zijn eettafels en stoelen plus een grote zithoek. Dat klinkt misschien heel knus, maar vergis je niet: je zit er opgesloten. Alleen een begeleider kan je erin of eruit laten. De jongeren zorgen zelf voor het ontbijt en de lunch. Onder leiding van een pedagogisch medewerker - dat wel. Ze bepalen - tot op zekere hoogte - ook gezamenlijk wat er voor het ontbijt en de lunch wordt ingekocht. Dus als fotograaf Jaap na onze aankomst en eerste workshop een van de jongens een tosti ziet bereiden en aangeeft dat hij daar zelf ook wel trek in heeft, worden er voor ons tosti's gemaakt. En dat zijn precies de dingen waardoor je elkaar wat beter leert kennen: samen lunchen. Dat geeft ruimte voor vragen en gesprekken. Zo leren we elkaar een beetje kennen en dat schept een basis voor de workshops en het schrijven van indrukwekkende teksten. Op een gegeven moment, als we al klaar zijn met de workshop - zie ik dat Jaap met een van de jongens zit de dammen. Ik ben ondertussen in gesprek geraakt met twee andere jongens die net als ik net het platteland komen. We vragen overigens nooit naar waarom ze daar zitten of hoe ze in de jeugdinrichting verzeild zijn geraakt. Soms vertelt een jongere er zelf iets over. Meestal zijn dat geen stoere verhalen, maar voel je eronder iets van eenzaamheid en mislukking. Omdat we geen deel uitmaken van het vaste team van de jeugdinrichting geeft dat onze positie wat meer ruimte. Wij hebben geen mogelijkheden om hen sancties op te leggen of ze naar hun kamer te sturen. We kunnen dus geen druk op hen uitoefenen en daardoor gaat het echt om onze vaardigheid om ons met hen te verbinden en vertrouwen te wekken. Juist doordat we niet al te veel van hen weten, hen respecteren (en soms ook duidelijk grenzen aangeven) en relatief kort met hen samenwerken, boeken we samen prachtige resultaten. Die jammergenoeg altijd achter die deuren blijven omdat elke jongere zelf bepaalt wat er met zijn poster gebeurt. Het is een schatting, dat aantal van 500. Maar wel een realistische schatting. Zoveel leerlingen van IMCWeekendschool hebben onze lessen reclame maken voor jezelf in de afgelopen twintig jaar gevolgd. Zij hebben veel geleerd in de lessen, maar wij minstens zoveel van hen. Het belangrijkste centrale thema: nieuwsgierigheid. Van hen naar ons en andersom.
IMCWeekendschool zorgt dat jongeren uit de armste wijken in Nederland les krijgen door professionals uit de wereld van kunst, cultuur en wetenschap. Die professionals - die bijna allemaal geen ervaring hebben met lesgeven - nemen de leerlingen mee in hun wereld. De wereld van architect. Van de filmregisseur. Van de hartchirurg. De patholoog-anatoom. De advocaat, openbaar aanklager en de rechter. Van de sterrenkundige en de verloskundige. Enzovoorts, enzoorts. Al die gastdocenten geven op één of meer zondagen vrijwillig les op een van de weekendscholen. Die vind je in een aantal grote steden: Amsterdam (3 locaties), Rotterdam (2 locaties), Den Haag, Utrecht, Nijmegen, Tilburg, Groningen. We geven vanuit stichting Reclame Maken Voor Jezelf al zo'n twintig jaar les aan jongeren in het derde jaar. Het langst in Amsterdam-Noord en sinds een paar jaar ook in Rotterdam-Delfshaven en in Groningen. De lessen op IMCWeekendschool monden elk jaar en voor elk van de drie locaties uit in een expositie. Meestal valt die precies samen met de uitreiking van het weekendschool-diploma. Zo krijgen ouders, broers, zussen, familie, vrienden en belangstellenden hele andere kanten van de leerlingen te zien. Hun beeld van de toekomst bijvoorbeeld. Of wat ze belangrijk vinden in de samenleving. Hoe ze denken over waarden en talent. Of hoe ze zichzelf zien over tien of vijftien jaar. Prachtig, ontroerend, raak, indrukwekkend, hartverwarmend. Zulke reacties horen we vaak als bezoekers de geëxposeerde posters zien. Bij de jongeren zelf zien we een mix van gêne en trots en alle andere emoties die bij zichtbaarheid horen. Allemaal hebben ze tijdens de lessen een tekst, een gedicht of een rap geschreven. Allemaal zijn ze ook geportretteerd. Voor de meeste jongeren zat daar ook iets in van jezelf overwinnen. De hobbels nemen. Voor de camera staan en jezelf laten zien. Echt. Zoals je bent. En dat vervolgens met een uniek gedicht nog eens onderstrepen. Je zou erbij moeten zijn. Want de ontstaansproces is zo ongeveer het mooiste om te zien. De worstelingen soms en toch weet iedereen uiteindelijk iets heel moois op papier te krijgen. Het is elke keer weer heel bijzonder om daar niet alleen de aanstichter, maar ook de getuige van te mogen zijn. We scrollen een jaar of twee verder. Inmiddels hebben we aardig wat ervaring opgedaan met het werken met jongeren. Niet alleen in de jeugdinrichting maar ook op IMCWeekendschool. We zien steeds als we de posters komen uitreiken, wat dat met de jongeren doet. Wat het voor ze betekent om zichzelf zo te zien in combinatie met het gedicht dat ze hebben geschreven. Voor ons is dat elke keer weer een moment dat we ons vereerd voelen dat we dit op gang mogen brengen bij deze jongeren. Het gevoel van trots. Van gezien worden. Van gehoord zijn. En vooral van jezelf mogen zijn. Met jouw dromen, wensen, vragen, twijfels, spijt, trots, verdriet, woede en humor - ja dat ook. Ik voel me nederig dat ik daarvan deelgenoot mag zijn. Die blik in wat hen ten diepste raakt, bezighoudt.
Ik zeg wel eens: er is niemand van wie ik zoveel heb geleerd als van de jongeren in die justitiële jeugdinrichtingen. Die prikken namelijk feilloos door onechtheid heen. Ze voelen als geen ander aan of je daar echt wilt zijn en ook echt met hen aan de slag wilt. Gewoon, omdat je die keuze hebt gemaakt. Als je niet van de straat bent, moet je ook niet doen alsof je dat wel bent. Ik ben bepaald niet van de straat, dus wordt altijd extra uitgetest. Jaap Stahlie, de fotograaf (ik tik nogal eens fotograa-g- en dat past ook heel goed bij hem) met wie veel lessen geef, is wat meer van de straat. Opgegroeid in Amsterdam-Noord (en niet in een klein dorp in Friesland zoals ik) en, zoals hij zelf geregeld zegt: 'Het was voor mij wel goed geweest als er in mijn jeugd ook een weekendschool was geweest'. Jaap voelt de jongeren beter aan dan ik. Onze dochters zijn geweldige spiegels voor mij geweest (en soms nog nu ze in de dertig zijn), maar deze jongeren produceren vaak een nog veel scherper en rauwer (zelf)beeld. Ze dwingen me zonder het zelf te weten om steeds opnieuw te kijken en te beoordelen hoe ik het aanpak. De lessen, de interactie met hen en met hun begeleiders, de momenten dat het spannend is en zeker ook de momenten van ontspanning. Het is een avontuur. Het moment suprème is de eindontmoeting. Dan reiken we de poster aan elke deelnemer persoonlijk uit. Wie wil mag haar of zijn poster ook aan de rest van de groep laten zien. De onthulling van de poster gaat elke keer weer gepaard met een mengeling van gêne, verbazing, trots, gegiechel en een sensatie van overwinning. Zelfoverwinning wel te verstaan. Sommige jongeren paraderen triomfantelijk de zaal of klas rond met hun poster. Anderen rollen de poster snel weer op een stoppen die terug in de koker. En heel soms vraag een enkeling of wij onze handtekening op de poster willen zetten. Zijn wij ook trots. De laatste dag van de eerste serie lessen in de jeugdinsteling is begonnen. Ik heb drie vormgevers uitgenodigd en die zitten met hun laptop klaar in het horecalokaal. Ze gaan samen met de jongere diens poster vormgeven. Allemaal hebben ze wat extra illustratiemateriaal in hun laptop opgeslagen. Ze kunnen namelijk niet online in de instelling vanwege allerlei veiligheidsprotocollen en -afspraken.
In het lokaal ernaast zitten de jongeren te wachten tot de aan de beurt zijn. We zitten gezellig te kletsen over van alles en nog wat. Eén jongere die niet mee wilde doen aan de lessen, maar wel erbij wilde blijven heeft hot hoogste woord. Ik heb met hem afgesproken dat hij erbij mag blijven, mits hij niet de andere lastigvalt of afleidt. En hij houdt zich aan zijn afspraak. Het blijkt dat het een rasverteller is die ook graag zijn verhalen met anderen deelt. Er wordt hard gelachen die dag. Ik loop geregeld even het horeca-lokaal in om te kijken hoe het gaat. De vormgevers werken nauw samen met de jongeren en zijn duidelijk over mogelijkheden en onmogelijkheden. Dat levert soms even wat gesputter op, maar over het algemeen is de sfeer goed. De jongeren vinden het sowieso mega-interessant om te zien hoe 'hun' vormgever hun poster vormgeeft. Dat is het beurt aan de groep met de jongere die me eerst nogal dwars zat en het daarna voor me opnam. Als ik na een paar minuten het lokaal in loop zie ik dat hij een bezem in zijn handen heeft. Hij staat schuin achter een van de vormgevers en probeert met de steel het slot van een kast te krijgen. Hmm. Wat te doen? Dat is natuurlijk onacceptabel gedrag. Bovendien zit de vormgever met een andere jongere te werken en ze hebben duidelijk last van het gebeuk. Tegelijkertijd weet ik dat de begeleider net op dat moment even ergens anders is. Dat mag eigenlijk niet, maar blijkbaar moet het even. Dus de vormgevers en ik zijn alleen met de groep jongeren. Ik besluit om het risico dan maar te nemen en spreek de jongere direct en nogal streng aan. Hij kijkt me even aan, zegt niets, geeft me de bezem en loopt naar het ander lokaal. Pff, goed afgelopen. Klaarblijkelijk heb ik de juiste toon voor hem te pakken gehad. De rest van de dag verloopt zonder noemenswaardige problemen. Voor de vormgevers is het een bijzondere en indrukwekkende ervaring. Voor de jongeren ook, horen we later. Over een paar weken zijn de posters klaar en komen we ze brengen, zo spreken we af. We gaan dus onze workshop in de justitiële jeugdinstelling geven. Het voelt aan de ene kant als een overwinning. Dit is waarvoor ik Reclame maken voor jezelf heb bedacht. Dit zijn de jongeren met wie ik wil gaan samenwerken. Dit is ook de plek waar de teksten, de poëzie waarop ik me richt, moet gaan ontstaan. En dat gaat niet een twee drie.
Met mijn beamertje onder de arm stap ik de ruimte binnen waar de jongeren al zijn. Ik vertel aan de hand van mijn presentatie over poëzie, over beeld, over kernwaarden en over schrijven vanuit jezelf. De pedagogisch medewerkers die de groep begeleiden zijn er ook bij. Jammer genoeg doen ze niet mee (dat wordt later anders). Uiteraard proberen de jongeren mij uit. Op allerlei manieren word ik getest en dat maakt het niet echt makkelijk. Ik ben dit type gedrag niet gewend, dus probeer me eruit te redden door wat meer over mezelf te vertellen. Over waar ik dan vandaan kom, wat ik allemaal gedaan heb en waarom ik graag met hen wil samenwerken. Ik merk dat sommige jongeren wat meer geïnteresseerd raken. Anderen totaal niet. Maar op gezag van de pedagogisch medewerker keert de rust steeds weer even terug. Eén jongere met name maakt het me lastig. Elke keer als de begeleider even niet kijkt, luistert of met zijn aandacht ergens anders is, fluistert hij: 'Heb je een aansteker voor me?' Na de derde keer maak ik hem duidelijk dat wanneer ik zoiets zou doen, het hele project nooit meer zal plaatsvinden in de instelling. Hij is niet onder de indruk. Tijdens de tweede les begint de hele groep vervelend te doen. Ze hebben er duidelijk geen zin in. Ik heb geen idee hoe het komt. Misschien is er eerder iets voorgevallen. Zijn hun kamers (het zijn weliswaar cellen, maar ze worden kamers genoemd) die ochtend doorzocht op verboden spullen? Is er strijd binnen de groep? Een conflict met de begeleiding? Ik heb werkelijk geen idee, maar het wordt steeds erger. Op een gegeven ben ik er ook klaar mee. Dus ik zeg tegen de groep: 'Ik heb de indruk dat jullie geen zin meer hebben. Prima, maar dan stoppen we nu en gaan jullie terug naar jullie kamers.' Op dat moment gebeurt er iets dat me totaal verrast. De jongen van de aansteker neemt het voor me op. Hij zegt: 'Jongens, deze man komt hier om met ons samen te werken. Als we hem nu naar huis sturen, verdient hij niks. Dus kom op.' En dat werkt. Even. Want na een rustige tien minuten, wordt het weer een zootje. Dus ik besluit om de groep weg te sturen. Maar tegelijkertijd nodig ik ze uit voor de dag daarna. Dan is het namelijk de laatste workshop en dan gaan ze samen met een aantal vormgevers hun posters maken. (de jongeman op de foto is geen deelnemer) Zoals beloofd - de foto van Sipke de hond. Jaren geleden vastgelegd door de schoolfotograaf toen mijn vrouw hem toevallig (?) had meegenomen naar school. En over school gesproken, ik kwam dus, niet geheel toevallig, op de website van IMCWeekendschool terecht. En ik was meteen verkocht. Voor wie ze niet kent: IMCWeekendschool zorgt voor lessen in kunst, cultuur en wetenschap in arme wijken van een aantal grote steden. De gedachte is dat kinderen daardoor intrinsiek gemotiveerd raken en daardoor hun schoolloopbaan bewuster vormgeven. Dat klinkt natuurlijk heel mooi en in dit geval is dat ook echt zo.
Op die weekendscholen wordt de nieuwsgierigheid van kinderen gevoed door gastdocenten die daar vrijwillig lesgeven. Architecten, cardiologen, journalisten, rechters, sterrenkundigen, je kunt het zo gek niet verzinnen of ze geven er les. Leerlingen starten in groep 7 en gaan dan drie jaar lang op zondag naar school. Ik geef er zelf al sinds 2007 ons vak: Reclame maken voor jezelf. Dat is namelijk het mooie: wanneer ik onze lessen aanbiedt, is IMCWeekendschool meteen enthousiast. We hebben inmiddels - vanaf 2009 samen met fotograaf Jaap Stahlie - wel zo'n 500 weekendschool-leerlingen lesgegeven. De laatste jaren niet alleen in Amsterdam-Noord, maar ook in Rotterdam-Delfshaven en Groningen. Prachtige gedichten hebben ze allemaal geschreven en Jaap heeft ze jaar na jaar steeds geweldig geportretteerd. In de loop van de jaren heeft het vak zich mede door deze lessen steeds verder en dieper ontwikkeld. Maar ondertussen komen de lessen in de jeugdinstelling nog steeds niet van de grond. Dat zit me dwars. Dus na een jaar of twee van lessen op de weekendschool, bied ik onze workshops opnieuw aan de instelling aan. Dan blijken er ineens wel mogelijkheden te zijn. En wel in de vakantieperiode. Want ook in zo'n instelling volgt de school gewoon het landelijke vakantierooster. Erg onhandig, want daardoor moeten er alternatieve activiteiten aangeboden worden aan de jongeren. Anders gaan die zich stierlijk vervelen en dat is de aanloop naar spanning, geruzie en meer. Dus wij mogen eindelijk onze workshop daar gaan doen. Dat is een op z'n zachtst gezegd nogal leerzame ervaring. Mooi. Het idee is er. De naam is er. Wat nu? Zoals elke 'createur' weet is het bedenken van ideeën niet het moeilijkste. Het begin eigenlijk pas daarna. Dat goede idee in praktijk brengen. En het dan steeds beter maken. Tot het helemaal is uitgekristalliseerd.
Ik werk het plan voor Reclame maken voor jezelf uit en bespreek het met R. Het idee is om dit met de jongeren in de jeugdinstelling te gaan doen en hen zo te handvatten te geven om op een positieve manier naar zichzelf te kijken. R. vindt het een topidee en belooft om in de organisatie te gaan bespreken hoe en waar dit een plek kan krijgen. Na korte tijd komt hij met een voorstel: Het lijkt hen het best om Reclame maken voor jezelf een plekje te geven in het programma van de interne school. Zo raak ik in gesprek met de schooldirecteur van de instelling. Je moet je voorstellen dat dit niet zomaar een school is. Het is vervolgonderwijs, maar dan op alle niveaus- van vmbo-kade tot en met havo/vwo. In kleine groepen. Ik krijg na een aantal gesprekken en een halve dag meelopen diep respect voor de professionals die hier lesgeven. Wat een betrokkenheid. Wat een inzicht. Wat een observatievermogen. En bovenal wat fantastisch en bewonderenswaardig moedig om met deze jongeren - ieder op zijn eigen manier - vooruitgang te boeken. Jammer genoeg lukt het niet om op de interne school te starten met Reclame maken voor jezelf. Het blijkt te ingewikkeld om het in te passen in het lesrooster. Balen. Maar ondertussen ben ik, geraakt door wat er in de instelling gebeurt en daardoor geïnspireerd, wat gaan rondneuzen op het internet. En daar stuit ik op iets wat mij direct aanspreekt. Wat zeg ik, waarvan ik denk: hier moet ik meteen iets mee. Wat dat is? Vertel ik binnenkort. Hoe zou het zijn als je jongeren in een jeugdinstelling helpt om op een andere manier naar zichzelf te kijken? Dat is de vraag waarmee ik rondloop. Wat gebeurt er als je die jongeren op een inspirerende, bij hen passende manier prikkelt om zichzelf anders te zien dan een groot deel van de samenleving doet? Het antwoord op die vragen dient zich dus aan tijdens die wandeling met Sipke de hond (volgende keer een foto van hem). Het ligt - zoals zo vaak - zo voor de hand dat ik het in eerste instantie niet zie liggen.
Het idee ontwikkelt zich rondom het fenomeen 'reclame'. Want wat is de kern van de reclame - in welke vorm dan ook? Positieve kenmerken van een product of dienst op een bijzondere manier over het voetlicht brengen. Ik bedoel maar, als zelfs onze belastingdienst het kan - Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker - dan moet het voor alles mogelijk zijn om die positieve kenmerken te vinden en te benoemen. Daar denk ik de rest van die wandeling, met zo nu en dan een dankbare blik richting Sipke, verder over na. Okay. Dat mechanisme, kan ik dat zo omvormen dat ook jongeren die vastzitten er iets mee kunnen? Hoe geef ik dat zo vorm dat zij aan de slag willen met die vorm van naar jezelf kijken. Reflecteren op jezelf zal waarschijnlijk niet bovenin hun prioriteitenlijst staan. Sterker, als je in zo'n omgeving bent en standaard deel uitmaakt van een van de groepen waarin de jongeren worden ingedeeld, gaat het allereerst om positie en zelfbehoud. Toch moet er ruimte zijn om op een creatieve manier met die zelfreflectie aan de slag te gaan. Daarvan ben ik overtuigd. Als ik thuis ben, besluit ik om het idee verder uit te werken. Te beginnen met een goede naam. Een naam die alle jongeren snappen. En die meteen ook iets zegt over wat het is. Reclame; reclame ontwikkelen over je beeld van jezelf. Nee dat is niks. Naar jezelf kijken op de reclamemanier. Nee, veel te lang. Reclame voor jou - ook niet goed. Reclame & zelfreflectie. Dat is veel te ingewikkeld. Reclame maken voor jezelf. Ja! Ja, dat is het. Eenvoudig, niet te lang. En precies wat het is. Nou nog uitwerken. Want wat ga je dan doen? En met wie doe je dat? Dat vertel ik binnenkort. (foto: pexels.com - Amine M'siouri) Daar is ie dan. Hondje COOL. Beetje smoezelig want hij hangt al jaren op mijn prikbord (ik heb er trouwens nog een, maar die zit nog keurig in de originele verpakking). Talloze jongeren die ooit vastzaten, kregen dit hondje mee. Met daarbij een goed verhaal waarin vooral hun sterktes, hun vooruitgang en hun eigenheid worden benoemd. Ik ben eigenlijk wel benieuwd wie van die jongeren hondje COOL nog steeds heeft (dus mocht je dit lezen - laat me weten). Samen met R., zijn collega's en mijn collega's van ons bureau(tje) dragen we zo iets bij aan de positiviteit en de toekomst van deze jongeren. Begrijp me goed, COOL zal hun leven echt niet 100% veranderd hebben. Maar alle elementen bij elkaar helpen veel jongeren om toch even een beetje anders naar zichzelf te kijken. En, zoals dr Wayne Dyer ooit schreef: 'When you change the way you look at things, the things you look at change'.
Toch is het voor mij niet genoeg. Zelfs als andere jeugdinstellingen tijdens interviews aangeven dat ze wel een beetje jaloers zijn op de 'COOL-aanpak' en soms zelfs vragen of ze die ook niet kunnen adopteren, blijft bij mij het gevoel knagen dat het niet genoeg is. Dat ik zelf nog te weinig doe om deze jongeren - die in mijn ogen heel vaak niet gezien worden voor wie ze echt zijn en wat ze echt kunnen - op weg te helpen naar een positiever beeld van zichzelf. Maar ja, wat kan ik als voormalig copywriter in de arbeidsmarktcommunicatie nou betekenen voor deze doelgroep. Die natuurlijk niet op reclamepraatjes zit te wachten. Laat staan op een bepaald niet 'streetwise' Fries reclamemannetje die hen wel even komt vertellen hoe ze positiever naar zichzelf kunnen kijken. Dat gaat natuurlijk niet werken, realiseer ik me. Maar wat dan wel? Ik loop er weken mee rond, samen met Sipke de hond die mij op de een of andere manier altijd perfect lijkt te begrijpen. Hoe kan ik mijn creativiteit inzetten om jongeren in moeilijke situaties op een andere manier naar zichzelf en misschien ook wel naar hun situatie te laten kijken? Knar, knars. Grrr. Piiiiiep. In welke hoeken of gaten van mijn toch best aardig getrainde creatieve brein ik ook zoek, er komt niks op. Nada, niente. Het is één grote, lege ruimte. Tot ik op een middag met Sipke het laatste deel van onze wandeling bereik. Een inval! Ho, stop! Een verbaasde blik van de hond terwijl ik mijn zakboekje en potlood pak en driftig begin te schrijven. De geboorte van een idee. Wat? Dat ik vertel ik in mijn volgende blogpost. |
AuteurMijn naam is Melle Dotinga. Ik schrijf, dicht en verhaal. En ik help mensen, organisaties om hun echte verhaal te ontdekken en te delen. Archieven
Februari 2025
Categorieën |