Melle Dotinga schreef dit gedicht voor alle jongeren die tijdelijk 'vast zitten' in een justitiële jeugdinrichting of een gesloten jeugdzorginstelling
Ik zit vast
Ik zit vast
Maar er komt een dag Die kan ik bijna ruiken Dat is de geur van nieuw Van beter, van plannen en van vrijheid Ze hebben mij nodig Iedereen daar buiten Ik zit vast Mijn hoofd zit op slot Mijn hart is zo koud Mijn hersenen staken Mijn woorden zijn bevroren Was ik maar nooit geboren Ik kom niet meer vooruit Mijn zinnen zijn gebonden Mijn dromen zijn zo stil Ik weet niet wat ik wil Ik zit vast Alles loopt in rondjes Kom steeds op hetzelfde uit Ik wil, ik zal, ik ga, ik moet Alles, alles zal veranderen Want deze lange, lange dagen Doen niks anders dan mij vragen Waarom, waarom, waarom, waarom Gelukkig mag ik even roken |
Want, weet je ik ben veel
Meer dan wat ze zeggen Met mij kun je lachen Feesten vieren, grappen maken Eten, drinken, trots zijn op je moeder Met mij kun je voetbal, kickboks Maar ook schaatsen in de winter Ik zit vast Maar ik ben iemand net als jij Met gedachten, met hoop En wensen, dromen Straks ben ik terug Zie mij staan en praat met mij Luister naar me, leer me kennen Ik ben iemand net als jij Vol verhalen die ik wil delen Straks, straks ben ik terug Heb ik een vrouw en twee drie kinderen Ik zal van ze houden En iets moois voor ze bouwen Want de liefde, weet je De liefde die zit nooit vast. |